Bankrekening toevoegen

Navigation:  Telebankieren > Stamgegevens telebankieren toevoegen >

Bankrekening toevoegen

Previous pageReturn to chapter overviewNext page

 

Bankrekening toevoegen

Voor het gebruik van de module Telebankieren/Incasso is het ook nodig om de gegevens van de bankrekening(en) waarmee u wilt telebankieren, vast te leggen.

Kies het menu Boekhouding > Telebankieren > Eigen bankrekeningen.

Het venster Eigen rekeningen wordt geopend.

VensterEigenRekeningen

Klik op de knop Invoer.

Voer in het veld Code de code van de bankrekening in; deze kan maximaal 10 tekens bevatten.

Vul de naam van de bank in het veld Banknaam in en het nummer van de bankrekening in het veld Rekeningnummer.

Als valuta van de bankrekening wordt in het Valuta de euro (EUR) standaard ingevuld. Als u bijvoorbeeld een bankrekening met buitenlandse valuta heeft, legt u hier een andere valuta vast.

Leg de bank identifier code (BIC ) van de bank in het veld BIC code vast (zie BIC toevoegen).

Vul de gegevens van de rekeninghouder in de velden Naam opdrachtgever, Adres opdrachtgever, Postcode opdrachtgever, Plaats opdrachtgever en Land opdrachtgever in.

Het is mogelijk om voor meerdere inkoopfacturen van een crediteur één betaalopdracht te maken. Als u wilt dat in dat geval een omschrijving op het bankafschrift van de crediteur wordt afgedrukt, vult u deze omschrijving in het veld Omschr. samengevoegde bet. in.

Zodra een betaalopdracht of opdracht tot automatische incasso is verwerkt, wordt dit automatisch in de boekhouding vastgelegd. Via de velden Dagboek betalingen onderweg en Dagboek incasso onderweg geeft u aan in welk dagboek dit moet gebeuren. Tijdens het aanmaken van een nieuwe administratie wordt hiervoor standaard het dagboek 99 Betalingen onderweg aangemaakt. Telkens als een betaalopdracht of opdracht tot automatische incasso is verwerkt, wordt in dat dagboek een boekstuk aangemaakt dat bijvoorbeeld uit de volgende boekstukregels bestaat:

grootboekrekening 1999 Betalingen onderweg wordt gecrediteerd met het betaalde bedrag

grootboekrekening 1600 Crediteuren wordt gedebiteerd met het betaalde bedrag

of

grootboekrekening 1999 Betalingen onderweg wordt gedebiteerd met het te incasseren bedrag

grootboekrekening 1300 Debiteuren wordt gecrediteerd met het te incasseren bedrag

Koppel de bankrekening aan een dagboek voor de verwerking van betaalopdrachten en opdrachten tot automatische incasso via de velden Dagboek betalingen onderweg en Dagboek incasso onderweg, selecteer bijvoorbeeld in beide velden het dagboek 99 Betalingen onderweg.

Voordat u betaalopdrachten en opdrachten voor automatische incasso naar de bank verstuurt, moeten de opdrachten naar een bestand worden geëxporteerd dat door een telebankingpakket kan worden verwerkt. Door op de knop KnopMap aan het einde van de velden Padnaam telebankfiles en Padnaam incassofiles te klikken, kunt u de naam en locatie van deze exportbestanden op uw computer bepalen.

Leg naam en locatie van de exportbestanden in de velden Padnaam telebankfiles en Padnaam incassofiles vast.

Wanneer u met g-rekeningen werkt, geeft u via de opties Alles, Alleen normale bet. en Alleen bet. G-rekening aan of de bankrekening voor alle betalingen, alleen voor 'normale' betalingen of juist alleen voor betalingen op een g-rekening wordt gebruikt.

Om een elektronisch bankafschrift in uw boekhouding te kunnen verwerken heeft u een bestand nodig van de bank waarin de gegevens van het bankafschrift zijn opgeslagen. Dit bestand moet eerst op uw computer onder een vaste naam worden opgeslagen. Daarna kan het bestand in uw boekhouding worden geïmporteerd en de gegevens van het bankafschrift automatisch worden verwerkt. Om dit proces te automatiseren legt u het volgende vast.

Koppel in het veld Grootboek ingelezen afschr. de bankrekening aan de grootboekrekening waarop de mutaties moeten worden geboekt, bijvoorbeeld 1130 ING of 1999 Betalingen onderweg.

Leg in het veld Padnaam in te lezen afschr. naam en locatie van het bestand met het bankafschrift vast dat geïmporteerd moet worden.

Bij de optie Formaat binnenland betalingen is CLIEOP3 al als formaat van het exportbestand voor binnenlandse betaalopdrachten ingeschakeld. Werkt u met buitenlandse betaalopdrachten dan schakelt u BTL91 in bij de optie Formaat buitenland betalingen. Werkt u niet met buitenlandse betaalopdrachten laat dan NVT ingeschakeld.

Het formaat van het exportbestand moet overeenkomen met het formaat dat door het gebruikte bankpakket kan worden ingelezen. Dit kan per bank verschillen. Neem voor meer informatie hierover contact op met uw bank.

Tot slot geeft u bij de optie Formaat in te lezen afschriften aan van welk formaat het afschriftbestand is:

NVT: u importeert geen bankafschriften

RABO MT940: formaat van de importbestanden van Rabobank

FORTIS MT940: formaat van de importbestanden van Fortis

SWIFT MT940: formaat van de importbestanden van overige banken